Hierna bespreken we de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen om een sportschutterslicentie te bekomen.
Ook de aanvraag tot uitbreiding van een sportschutterslicentie tot een bijkomende wapencategorie wordt als een nieuwe aanvraag van een sportschutterslicentie beschouwd. Het decreet voorziet geen specifieke procedure voor uitbreidingen. Er moet dus aan alle voorwaarden voldaan worden.
De voorwaarden zijn:
- De “volle” leeftijd van zestien jaar hebben bereikt;
- Toestemming hebben van de ouders of wettelijke vertegenwoordigers indien de sportschutter minderjarig is;
- Actief lid zijn van een schietsportfederatie;
- Niet veroordeeld zijn zodat men geen wapens meer voorhanden zou mogen hebben krachtens de wapenwet;
- Niet het voorwerp zijn van een lopende schorsing en niet het voorwerp geweest zijn van een intrekking met nog actuele reden van een sportschutterslicentie of een voorlopige sportschutterslicentie;
- Een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat men zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen een wapen kan manipuleren;
- Slagen voor een theoretische proef over de toepasselijke regelgeving, waaronder ook de reglementering inzake het Vlaamse sportschuttersdecreet;
- Slagen voor een praktische proef naargelang de wapencategorie waarvoor de sportschutterslicentie geldig is
1. De “volle” leeftijd van zestien jaar hebben bereikt
De aanvraag kan pas worden ingediend van zodra de aanvrager meer dan zestien jaar oud is. Het is dus niet mogelijk al enkele maanden voor men zestien wordt al de aanvraag in te dienen zodat de sportschutterslicentie pas wordt toegekend nadat de betrokkene ten volle zestien jaar is.
2. Toestemming hebben van de ouders of wettelijke vertegenwoordigers indien de sportschutter minderjarig is;
Deze toestemming wordt gegeven op het aanvraagformulier model VL2. De toestemming bij de aanvraag van de sportschutterslicentie houdt ook de toestemming in om deel te nemen aan schietbeurten, zoals vereist door het sportschuttersdecreet.
3. Actief lid zijn van een schietsportfederatie
Dit betekent dat men gedurende minstens zes maanden via zijn club aangesloten is bij een federatie en met een sportschuttersboekje kan aantonen dat men aan minstens 12 schietbeurten heeft deelgenomen gespreid over minstens 12 dagen in minstens 2 trimesters. De enige manier om de schietbeurten aan te tonen is via een sportschuttersboekje. Het is dus niet mogelijk om een sportschutterslicentie aan te vragen indien men nog geen houder is van een sportschuttersboekje.
Doorgaans zal de sportschutterslicentie pas kunnen worden aangevraagd nadat men eerst met een voorlopige sportschutterslicentie aan voldoende geldige schietbeurten heeft deelgenomen.
Vermits het uitbreiden van een sportschutterslicentie tot een bijkomende wapencategorie als een aanvraag voor een sportschutterslicentie wordt beschouwd, zal degene die de uitbreiding vraagt aan de hand van zijn sportschuttersboekje moeten aantonen dat hij actief lid is.
4. Niet veroordeeld zijn zodat men geen wapens meer voorhanden zou mogen hebben krachtens de wapenwet (zie art. 5, §4 wapenwet)
Wie wegens sommige veroordelingen geen wapens mag bezitten, kan ook geen sportschutterslicentie vragen. De lijst van veroordelingen is opgenomen in de wapenwet. Doorgaans sluiten veroordelingen voor misdaden, opzettelijke geweldmisdrijven (b.v. opzettelijke slagen en verwondingen), misbruik van een vertrouwen (diefstallen, fraude, oplichting, …) uit dat men nog wapens voorhanden kan hebben.
5. Niet het voorwerp zijn van een lopende schorsing en niet het voorwerp geweest zijn van een intrekking met nog actuele reden van een sportschutterslicentie of een voorlopige sportschutterslicentie
Het is niet mogelijk wanneer de sportschutterslicentie geschorst is, een nieuwe sportschutterslicentie aan te vragen.
Bijvoorbeeld: een sportschutter overtreedt de reglementen en krijgt hiervoor als sanctie dat zijn sportschutterslicentie gedurende een jaar geschorst wordt. Tijdens de lopende schorsing kan hij geen nieuwe sportschutterslicentie aanvragen.
Het is ook niet mogelijk om een sportschutterslicentie aan te vragen omwille van een nog actuele reden.
Bijvoorbeeld: de sportschutterslicentie wordt ingetrokken omdat de sportschutter de veiligheidsnormen niet naleeft. Zolang niet is aangetoond dat de schutter zijn gevaarlijk gedrag gestaakt heeft, is de reden van de intrekking nog actueel.
6. Een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat men zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen een wapen kan manipuleren
Hiervoor kan het medisch attest “model VL3” gebruikt worden dat is opgesteld, rekening houdend met de opmerkingen van de huisartsenverenigingen. Attesten die allerhande andere zaken vermelden (b.v. “de aanvrager is nog kwik en monter gelet op zijn leeftijd”) worden niet in aanmerking genomen. Het attest moet minstens verwijzen naar de wettelijke bepalingen of moet duidelijk vermelden dat de betrokkene zonder gevaar een wapen kan hanteren.
7. Slagen voor een theoretische proef over de toepasselijke regelgeving, waaronder ook de reglementering inzake het Vlaamse sportschuttersdecreet
De theoretische proeven met het oog op de aanvraag van een sportschutterslicentie worden georganiseerd door de federatie. Wie al houder is van een vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen (geldige model 4) dat behoort tot dezelfde wapencategorie als de wapencategorie waarvoor de sportschutterslicentie wordt aangevraagd, is vrijgesteld van de theoretische proef.
Bij hernieuwing van de sportschutterslicentie moet de theoretische proef alleen opnieuw afgelegd worden bij substantiële wijziging van de regelgeving.
8. Slagen voor een praktische proef naargelang de wapencategorie waarvoor de sportschutterslicentie geldig is.
De praktische proef wordt georganiseerd door de schietsportfederaties. Ook attesten van slagen voor de praktische proef uitgereikt door de politiediensten worden enkel in aanmerking genomen voor zover minstens op het attest vermeld is met welk wapen (aard, merk, kaliber) de proef werd afgenomen ( zie intern reglement art 6§2). Wie al houder is van een vergunning tot het voorhanden hebben (geldige model4) van een vuurwapen dat behoort tot dezelfde wapencategorie als de wapencategorie waarvoor de sportschutterslicentie wordt aangevraagd, is vrijgesteld van de praktische proef.