De houder van de voorlopige sportschutterslicentie heeft de volgende rechten en plichten:
- Het beoefenen van het sportschieten met vergunningsplichtige wapens
- Begeleiding
- Registratie van de schietbeurten
Het beoefenen van het sportschieten met vergunningsplichtige wapens
De houder van een voorlopige sportschutterslicentie heeft het recht om het sportschieten met vergunningsplichtige wapens te beoefenen onder begeleiding. Daarbij mag hij gebruik maken van de vergunningsplichtige wapens die behoren tot een wapencategorie waarvoor hij een geldige voorlopige sportschutterslicentie heeft.
Bijvoorbeeld: een schutter heeft een voorlopige sportschutterslicentie in wapencategorie B. Hij kan met alle pistolen onder begeleiding aan sportschieten doen, maar mag niet met een revolver schieten.
Bijvoorbeeld: een schutter heeft een voorlopige sportschutterslicentie in de wapencategorie A, B, C en D. Hij kan met revolvers, pistolen, schoudervuurwapens gladde - en getrokken loop onder begeleiding aan sportschieten doen, en mag voor al deze wapencategorieën schietbeurten noteren. Hij dient 12 schietbeurten te behalen, ongeacht de wapencategorie.
Dit is van groot belang voor de registratie van de schietbeurten. Enkel schietbeurten die zijn gedaan met een wapen dat tot de wapencategorie behoort waarvoor de betrokkene een voorlopige sportschutterslicentie heeft, komen in aanmerking om later te beoordelen of de sportschutter “actief lid” is zodat hij een sportschutterslicentie kan aanvragen (zie verder).
Bijvoorbeeld: een schutter heeft een voorlopige sportschutterslicentie in wapencategorie B. Hij neemt deel aan 10 schietbeurten met een wapen in wapencategorie B, en aan 3 schietbeurten met een wapen in wapencategorie C. Bij de aanvraag van zijn sportschutterslicentie zal de federatie oordelen dat hij slechts 10 geldige schietbeurten heeft, zodat hij niet als actief lid beschouwd kan worden. De betrokkene heeft immers deelgenomen aan drie schietbeurten waarbij hij een wapen gebruikt heeft dat behoort tot een categorie waarvoor zijn voorlopige sportschutterslicentie niet geldig is.
Begeleiding
In haar intern reglement heeft de federatie bepaald dat de sportschutters die aan de volgende voorwaarden voldoen kunnen worden aangesteld om houders van een voorlopige sportschutterslicentie te begeleiden tijdens het sportschieten:
- meerderjarig zijn;
- houder zijn van een sportschutterslicentie die geldig is in de wapencategorie waarmee de houder van de voorlopige sportschutterslicentie of de minderjarige sportschutter schiet;
- gedurende minstens 2 jaar actief het sportschieten beoefenen;
- niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een intrekking, beperking of schorsing van een sportschutterslicentie of een voorlopige sportschutterslicentie.
Voor het begeleiden van schutters in olympische disciplines gelden andere voorwaarden (initiator Vlaamse Trainersschool voor de betrokken discipline).
Bijvoorbeeld: een sportschutter die een sportschutterslicentie heeft die geldig is voor wapencategorieën C en D kan geen sportschutter begeleiden die houder is van een voorlopige sportschutterslicentie in wapencategorie B.
Registratie van de schietbeurten
De houder van de voorlopige sportschutterslicentie dient zijn schietbeurten te laten registreren in zijn sportschuttersboekje. Hij kan zelf de datum, de plaats, club en wapencategorie invullen. De sportschutter mag nooit zelf zijn schietbeurten ondertekenen.
Alle personen die bij de registratie van schietbeurten betrokken zijn, hebben de deontologische plicht om het sportschuttersboekje correct in te vullen. Voor het correct invullen van de schietbeurten gelden dezelfde regels als voor de sportschutterslicentie (zie verder).